Acda en De Munnik

^G Ik zie een ^Cadd9 lang verloren ^D man
Niet in ^Cadd9 staat te ^G schuilen ^Cadd9 voor de ^D regen ^Cadd9
G Jij zegt ‘die ^Cadd9 man die kan er ^D tegen
Die zal wel ^Cadd9 niet van ^G suiker ^Cadd9 wezen ^D dan' ^Cadd9
Em7 En ik waarschuw met mijn ^A ogen
^Em7 Maar je loopt al op hem ^A af
En je ^Cadd9 pakt z'n hand, zo zacht, onbe ^D vreesd
En de ^C7 man kijkt langzaam op
En hij ^G lacht zijn droeve ^Em ogen
^D Te lang was niemand aardig geweest
^G Hé, ^Cadd9 kleine ^Em man
Jij doet wat ^G nie ^Cadd9 mand meer ^D kan
^G Hé, ^Cadd9 kleine ^Em man
Jij doet wat ^G nie ^Cadd9 mand meer ^D kan
Jij ziet ^C alleen het mooie er ^G van
Jij ^D lief kleine ^C man
Ik zie een man die niet meer leeft
Alleen nog wacht op 't einde van de pijn
Jij ziet een man die wel heel rijk moet zijn
Omdat ie juist veel tassen bij zich heeft
En ik vraag hem wat hij wil
Of ik soms ergens helpen kan
Zoek met rechts naar geld, mijn links
Haalt jouw jou hand vrij
En de man zegt ‘dat wat ik wou
Kon hij me net nog geven
Hij kan het nog' en we weten het allebei
Hé, kleine man
Jij doet wat niemand meer kan
Hé, kleine man
Jij doet wat niemand meer kan
Jij ziet alleen het mooie ervan
Jij lief kleine man